Gesteente

Het onderwerp gesteente wordt vaak als erg saai gezien. We denken namelijk al gauw aan gebakken klinkers en een keramiek tegel. Maar gesteente is heel interessant als je het in een breder beeld bekijkt. De aarde bestaat namelijk een en al uit gesteente. Het  is dus vanuit aardrijkskundig opzicht ontzettend interessant.

Gesteente vallen in 3 groepen op te delen. De eerste is stollingsgesteente. Stollingsgesteente zijn bijvoorbeeld graniet en basalt. Een stollingsgesteente ontstaat door magma die stolt. Diep onder de grond zit een hete brei, genaamd magma. Wanneer deze magma verder naar de aardkorst stijgt, koelt het af. Dan gaat het stollen en krijg je dus stollingsgesteente. Dit kan diep onder de grond, in de aardkorst. Maar dit kan ook gebeuren bij een vulkaanuitbarsting waarbij magma naar buiten komt.

Daarnaast is er sedimentgesteente. Door wind, water en andere omstandigheden worden er kleine stukjes van stenen afgeschuurd. Dit heet erosie. Deze kleine steentjes komen op een gegeven moment weer op de grond, dit het sedimentatie. Op een plek waar veel sedimentatie plaats vindt, kan sedimentgesteente ontstaan. Door druk van bovenaf worden al deze deeltjes namelijk bij elkaar gedrukt tot 1 gesteente.

Dan zijn er nog metamorfe gesteente. Wanneer een steen dicht op de magmalaag ligt, maar niet dicht genoeg dat het smelt, kan de samenstelling van de steen veranderen. Zo wordt het een andere steen. Dit kan zowel bij sedimentgesteente als bij stollingsgesteente voorkomen. Metamorfe gesteente zijn vaak edelstenen en kristallen.

Met deze kennis kun je dus ook in de steen herkennen hoe oud het is en hoe omstandigheden in verleden zijn geweest. Is er diep onder de grond veel sedimentgesteente te vinden, maar boven de grond helemaal niet? Dan zijn de omstandigheden op die plek enorm veranderd. Waar er eerst veel sedimentatie was, is er nu misschien meer erosie. Zo is het kijken naar stenen interessant, leerzaam en leuk!